Herzeels N-VA voorzitter Toon De Bock adviseert minister Homans

Op 8 januari 2016, over deze onderwerpen: Afdelingsnieuws, In de pers

"Ik heb altijd gezegd nooit fulltime in de politiek te zullen gaan en zie me nu zitten"

Sinds 17 augustus vond Herzeels N-VA voorzitter Toon De Bock (39) een werkplek op het kabinet van Vlaams minister Liesbeth Homans als adviseur Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Hij volgt er de dossiers van het hele beleidsdomein op, een uitdagende en niet zelden stresserende bezigheid voor een minister die niet meteen bekend staat als een lachebekje. Toch moet volgens Toon De Bock een en ander zwaar genuanceerd worden.

De Beiaard: Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn toch geen bevoegdheden van Liesbeth Homans?

Toon De Bock: "Dat klopt inderdaad. Maar Liesbeth is niet alleen vakminister maar ook viceminister-president. Dat maakt dat ze eigenlijk over twee kabinetten beschikt. Enerzijds heeft ze een vakkabinet, bevolkt met adviseurs over haar bevoegdheden. Anderzijds heeft ze ook een vicekabinet, waar ik van deel uitmaak. Dat kabinet volgt elke bevoegdheid van de Vlaamse regering op. De Vlaamse minister van Welzijn is uiteraard Jo Vandeurzen. Ik volg eigenlijk zijn dossiers op voor mijn minister. Op die manier wordt ze van gedegen advies voorzien tijdens ministerraden. Het stramien ligt vrij vast. Op maandag komen de agendapunten binnen voor de ministerraad die telkens op vrijdag plaatsvindt. En intussentijd hebben we enkele dagen de tijd om de door Vandeurzen voorbereide dossiers te bestuderen en onze adviezen voor de minister te schrijven. De grote moeilijkheid aan mijn job is dat ik niet kan terugvallen op een uitgebreide administratie. Adviseurs op het vakkabinet kunnen dat wel. Een bijkomende uitdaging is het enorme tempo waaraan gewerkt moet worden. De dossiers die ik op enkele dagen moet doorgronden, daar is soms maanden aan gewerkt door vele tientalle mensen. In die korte tijd moeten wij in staat zijn om te bekijken of de genomen initiatieven wel stroken met waar wij als partij voor staan. Is dat niet het geval, dan moeten er zogenoemde interkabinettenwerkgroepen georganiseerd worden, waarop we tot een compromis trachten te komen."

Voorgeschiedenis

De Beiaard: Om dat hele vakgebied adequaat te kunnen coveren, moest je toch heel wat expertise meebrengen. Wat was je voorgeschiedenis?

Toon De Bock: "Ik ben zelf verpleegkundige van opleiding. Ik heb ook even als verpleegkundige gewerkt, maar ben al vrij snel overgeschakeld naar het hoger onderwijs. Ik werkte vijftien jaar lang aan de Hogeschool Gent, eerst als docent binnen de faculteit gezondheidszorg, later als vakgroepvoorzitter binnen de faculteit Mens en Welzijn. Ik mag dus wel zeggen dat ik de sector goed ken. Maar uiteraard zijn er altijd facetten waarin je minder expertise kan voorleggen. En daar moet je je volop opwerpen. Heel belangrijk voor een ministriële adviseur is het uitbouwen van een netwerk. Dat lijkt moeilijker dan het is, want eenmaal men weet dat je tot adviseur benoemd werd, komen de telefoontjes wel vanzelf. Een 'entree' op een kabinet is voor velen blijkbaar altijd mooi meegenomen (lacht). Maar een goed netwerk is belangrijk: je moet niet alles zelf weten en je moet ook niet altijd alles zelf willen beslissen. Als het bijvoorbeeld gaat over woonzorgcentra, heb ik onmiddellijk een aantal mensen die ik kan bellen in vertrouwen om te polsen naar hun mening. Feedback vragen en de vinger aan de pols houden in het werkveld zijn twee belangrijke aspecten van mijn job. In het verleden zijn er immers al te vaak te veel beslissingen genomen vanuit een ivoren toren, zonder rekening te houden met de gevolgen op de werkvloer."

'Imago Homans klopt niet'

De Beiaard: Je komt uiteraard regelmatig in contact met Liesbeth Homans. Het is zelfs geen publiek geheim dat ze een nogal stuurs en nors imago heeft. Klopt dat met de werkelijkheid die jij dagelijks ervaart?

Toon De Bock: "Om te beginnen wil ik stellen dat Liesbeth een superintelligente madam is en ik ervaar haar vooral als zeer aimabel. totaal het tegenovergestelde van wat velen over haar denken. Voor ons als haar adviseurs loopt ze gegarandeerd door een vuur. Ze werkt zich te pletter en meent het echt goed. Maar als ze in de media komt, moet ze zich niet zelden verdedigen. En dat doet ze ook. Ze durft van zich afbijten. Liesbeth is een sterke vrouw die weet wat ze wil en dat durft bij sommigen nogal eens stuurs overkomen. Ook als we onderling op het kabinet eens een discussie voeren, dan kan ze zich soms echt opwinden, niet omdat ze kwaad wordt maar omdat ze haar idee met verve wil verdedigen. Enfin, ik vind het jammer dat ze met dat imago opgezadeld zit want er klopt niets van. Maar zelf heeft ze er gelukkig geen last van. Ze heeft er vrede mee genomen."

'Nog geen dag beklaagd'

De Beiaard: Intussen gaat het voor jou heel hard. Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 werd je gevraagd om op de N-VA-lijst te gaan staan. Zo belandde je in de OCMW-raad en het Vast Bureau. Je werd lokaal voorzitter en nu ben je adviseur van een minister. Waar eindigt het voor Toon De Bock?

Toon De Bock: "Ik had nochtans gezworen nooit voltijds in de politiek te zullen gaan, en zie me hier nu zitten. (lacht) Toen men mij in 2012 vroeg om op de lijst te komen staan, twijfelde ik al. Ik wou zeer graag achter de schermen belangrijk werk verrichten, maar om nu echt op de voorgrond te treden... Enfin, uiteindelijk liet ik me wel overhalen. En zoals bij zoveel partijen moet er na de verkiezingen vaak een nieuw evenwicht gezocht worden. Dat was ook bij ons het geval. Zo werd ik voorzitter.
En als ik iets doe, dan wil ik het ook goed doen. Onze ploeg draait zeer goed en dat is blijkbaar niet onopgemerkt voorbij gegaan in de partij. Die wereld is ook niet zo groot. Bovendien kan ik steevast terugvallen op Louis Ide, die een beetje als mijn mentor binnen de partij optreedt. Binnen de partij organiseerde hij regelmatig de zogenaamde Palfijnwerkgroep voor iedereen werkzaam binnen de zorgsector. Uiteindelijk was dat het voorbereidende werk voor ons verkiezingsprogramma. Ook dat werd opgemerkt, met finaal een job op het kabinet. Dat alles kan lijken alsof ik brand van ambitie, maar eigenlijk is dat helemaal niet het geval. Ik wil gewoon een job waarin ik mij helemaal kan uitleven. Na 15 jaar hogeschool was dit een zeer uitdagend voorstel en ik heb me nog geen dag beklaagd dat ik erop ingegaan ben."

 

Bron: De Bijaard - vrijdag 8 januari 2016

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is